Isabelle A: ‘Ik kan genieten van de kleine dingen’

< Gesprek in ’t Parksken >

Toen ik zoveel jonger was, werd ik op een dag een beugel aangemeten. En daar zat Isabelle A voor veel tussen.

‘Hij zal alles 3 maanden met een pijpje oraal moeten inbrengen’, zei de dokter. Ik weet nog dat ik de billen reflexmatig dichtkneep omdat ik in al mijn verwarring iets anders had verstaan. Het begin van een vreselijke periode. Dat was de schuld van Isabelle A.

Mijn menu ging dagelijks door de blender. Gemixte chateaubrilland met roomsaus en plat gewalste kroketten, het loopt binnen, maar went niet echt. En een brij van saucissen met spinazie ziet er uit als een koeienvlaai, en lijkt ook zo te smaken. Ik sprak als Louis Tobback met een snotvalling, en kon nog net het puntje van mijn tong tussen het ijzer naar buiten wriemelen, wat in het liefdesspel kreetjes van enthousiasme opriep bij mijn vriendin. Ik was wel een beetje boos toen ik later hoorde dat ze de dokter stiekem had gevraagd om mijn mond nog een maand langer vast te vijzen. Maar ik vergaf het haar. Uiteindelijk was het toch allemaal de fout van Isabelle A.

27 jaar terug kreeg ik immers een ferme toek op mijn gezicht. De enige in mijn leven. Na een fietstochtje met mijn maat Dirk. We stonden te wachten aan een rood licht toen naast ons een blitse cabrio stopte. Gezien ik altijd al een trendsetter was – kijk maar hoeveel er nu met een beugeltje pronken – droeg ik oortjes. Steevast knalde ik de songs uit volle borst mee. ‘Hé, Lekker Beest’, zong Isabelle A me voor, en ik ging er in mee. Plots sprong de chauffeur uit zijn sportwagen. Het was kleinen André, alias Andrea, een boom van een vent maar een beetje te kort afgezaagd. De transgender avant la lettre uit ons dorp. Lange Dash-witte haren, bruingebrand, gekleed in een roos marcelleke en een latex broekje waarin zijnen André zich ondanks vrij onnatuurlijke maskeerpogingen toch nog duidelijk profileerde. ‘Hey, was dat tegen mij snotneus?’ Dirk keek me angstvallig aan, trok een waarschuwend gezicht, maar een paar seconden later mocht hij mij al van de tarmac schrapen. Mijn kaak totaal uit de haak, en mijn neus hing achter mijn oren. Pas bij de spoeddokter besefte ik dat ik niet meer op mijn fiets zat, en gedoemd was tot puree en liquide.

Allemaal de fout dus van Isabelle A. Waarom had zij nu net die fantastische meezinger gemaakt. Waarom had zij nu net dan die geweldige hit te pakken? We vragen het haar want ze zit vandaag bij ons aan tafel. En let wel, ik ben nog altijd fan van Isabelle. Na dat ‘beest’ kwam immers nog zoveel lekkers. Zoals die laatste plaat. Een juweeltje, en het resultaat van een opmerkelijke verschijning in ‘Liefde voor Muziek’. Pakweg een jaar later zindert het nog na. Is ‘Het Zou Moeten Zijn’ de plaat die je altijd al wou maken Isabelle?

Het Zou Moeten Zijn’

Ja, toch wel. De nummers geven weer waarvoor ik sta. De uiteenlopende genres geven de sfeer van ‘Liefde voor Muziek’ goed weer. Ik breng verschillende dingen, uiteenlopende stijlen. Dat doe ik trouwens al jaren. Ik zong in diverse cover-bands, en ik meen toch te mogen stellen dat ik veel genres aankan. Dat wou ik ook nog eens in de verf zetten op mijn laatste plaat. Dat lijkt me toch aardig gelukt. Het is leuk als je kan tonen en laten horen wat je allemaal in je mars hebt.

De vorige CD  ‘Macht Der Gewoonte’ kwam 9 jaar geleden uit en was niet meteen een schot in de roos. Te moeilijk, te weinig Isabelle A vond een deel van het publiek. Mag ik stellen dat ‘Het Zou Moeten Zijn’ toegankelijker is?
Misschien wel, maar ik vermoed dat de vorige plaat ook beter had gelopen indien ze in 2017 was uitgebracht, in de flow van ‘Liefde voor Muziek’. Zo’n immens verschil met ‘Het Zou Moeten Zijn’  is er namelijk niet. Uiteraard liggen de accenten anders. Voor het eerst heb ik volledig mijn zin gedaan. Covers in een eigen stijl, pop, Frans chanson, nummers die ik nog ergens uit een lade haalde, zoals het autobiografische ‘Mijn Beste Vriend en Ik’, alles zit erin. De plaat laat de nieuwe en de oude Isabelle horen. Al mag je dat laatste liefst niet te letterlijk nemen (lacht). 

De voorbije maanden waren weer hectisch zoals vroeger. Het leverde je ook de MIA-nominatie ‘Solo Vrouw’ op. Isabelle back in town!
Het podium blijft mijn ding. Ook met Anneke Van Hooff en Ianthe Tavernier van de Grietjes blijft het ontzettend leuk om op te treden. ‘Liefde voor Muziek’ bracht wat los, en de plaat breidde daar een mooi vervolg aan. Optredens komen dan vanzelf. En daar doe je het toch voor.

En blijven ‘Hé, Lekker Beest’ zingen aub!
Uiteraard. Dat nummer mag ik nooit verloochenen. Ooit dacht ik er anders over, maar dat kan niet. Het blijft een belangrijk deel van mij. Zonder ‘Lekker Beest’ hadden ze me vorig jaar niet gevraagd voor ‘Liefde Voor Muziek’, had ik al die kansen niet gekregen, en zat ik hier wellicht niet met jou te genieten van dit overheerlijke voorgerecht. Welke vis is dit? Pladijs? Zeg nu zelf, dat moeten missen zou toch zonde zijn (lacht).

Muide

Die eerste grote hit dateert al van 1990. En ik kan het weten…
We worden ouder Geert. Ik was amper 14 jaar toen het succes me overviel. Eerder had ik al bij Walter Capiau een soundmixshow gewonnen, en presenteerde ik het kinderprogramma TV Tam Tam bij de toenmalige BRT, maar de grote doorbraak kwam er met ‘Hé, Lekker Beest’.

Je bleef in de spotlights, maar vooral je vertolking van het nog altijd actuele ‘Blank of Zwart’ ging niet onopgemerkt voorbij.
Het nummer is een aanklacht tegen racisme. Het Vlaams Blok vond dat maar niets. Tijdens een live optreden in Lint lieten ze dat duidelijk blijken. Flessen vlogen naast ons hoofd. De beelden blijven op veel mensen hun netvliezen gebrand.

Je bracht de song vorig  najaar tijdens de ‘Night of The Proms’. En met succes!
De aangepaste versie kan inderdaad op veel bijval rekenen. De tekst diende bijgewerkt te worden omdat sommige woorden en zinssneden 25 jaar later een andere klank en betekenis krijgen, maar de boodschap van het liedje blijft hetzelfde. Neen aan racisme en discriminatie.

Je groeide op in de Gentse volkswijk De Muide. Vandaar dat engagement?
Mijn beste vriendinnetje was Marokkaans, en er woonden veel migranten. Dat zal ertoe bijgedragen hebben dat ik van kindsbeen enorm respect, waardering en interesse heb gehad voor andere culturen. Maar ik vind discriminatie gewoon niet kunnen. Taal, huidskleur, geaardheid, niets kan ongelijkheid rechtvaardigen. Dat zit diep bij me ingeworteld. 

In 2006 trad je met dat andere Gentse icoon Luc De Vos op tijdens de 0110-Concerten voor Verdraagzaamheid.
Een onvergetelijke gebeurtenis. Ik heb eveneens met Gorki een versie van de Clouseau-hit ‘En Dans’ opgenomen en Luc werkte mee aan de eerder aangehaalde plaat ‘De Macht Der Gewoonte. Fantastische kerel, veel te vroeg heengegaan.

Ben je nog vaak in Gent?
Een Antwerpse zal ik nooit echt worden (laat de r nog eens rollen), denk ik (lacht). Uiteraard ga ik geregeld op bezoek bij mijn mama. Gent laat ik nooit los, en ik hoop dat de stad me ook blijft omarmen. Het is altijd weer thuiskomen. Mijn try out voor de laatste plaat deed ik bijvoorbeeld in de Gentse Charlatan. Als mijn Gentse fans hun goedkeuring geven, mag ik gerust zijn (lacht).

Gezin

Je leerde ook de andere kant van het succes kennen.
Midden de jaren ’90 had ik een dispuut met mijn manager. Veel wil ik daar niet meer over kwijt maar het betekende een donkere periode in mijn carrière en nog jonge leven. Ik mocht gedurende 2 jaar geen plaat uitbrengen. Ik verdween onder de radar. Dan ga je echt wel twijfelen. Ik woonde reeds alleen, en had ook vaak het gevoel dat ik er alleen voor stond. Ik was de aandacht gewoon geraakt, en miste de schijnwerpers.  

Het tv-werk stopte niet.
Toch wel. Pas enkele jaren later kwam ik met ‘Het Swingpaleis’, ‘De Notenclub’ en ‘Lalala Live’ weer op televisie.

De glamour en glitter spatte van het scherm. Ik las echter, en eerlijk gezegd, ik merk het nu ook, dat jij van nature schuchter bent?
Klopt. Op het podium en in de spotlights zie je de echte Isabelle Adam niet. Ik meet me geen pose aan, maar ik word dan de artieste die de show moet verzorgen. Het showbeest dat het publiek wil geven waarvoor ze gekomen zijn, en waarom ze graag naar je luisteren. In het dagelijkse leven zoek ik de rust. Ik kan genieten van de kleine dingen. Een lang warm bad, een boswandeling of een knuffel  van mijn allerliefste zoontje Storm. Met mijn vriend Hans vormen we nu al jaren een gezinnetje. Hij is percussionist, en hij zit dus ook in de muziek. Maar we maken tijd voor elkaar. Dat is immers het ware leven (mijmert even).

Zegt zij die vroeger de boekjes deed verkopen.
Je bedoelt vooral mijn relatie met Willy Sommers. Er was een leeftijdsverschil van 23 jaar. Voer voor de sensatiepers natuurlijk. Het is 20 jaar geleden. De Isabelle die hier bij jou zit, is een beetje volwassener geworden, mag ik hopen (lacht). Ik verschijn nu veel liever in de pers met mijn muzikale prestaties.

Zoals de voorbije maanden bijvoorbeeld. Ben je er weer een beetje meer van overtuigd dat je van je muziek zal kunnen blijven leven?
(lacht) Dat houdt me inderdaad bezig. Ik ben eerder onzeker van aard. Ook bij ‘Liefde voor Muziek’ twijfelde ik eraan of de andere artiesten en vooral de kijkers het wel goed zouden vinden. Soms vraag ik me dus af of ik over 20 jaar nog zal kunnen optreden en liedjes opnemen.

Klopt het dat je voor elk optreden stijf staat van de zenuwen?
Ik sta nu zo’n 30 jaar op een podium, maar die nervositeit zal nooit verdwijnen. Dat blijft stressen.

Wijlen je bompa leerde je accordeon spelen, en heeft je ongetwijfeld ook gezegd dat je vooral moet genieten.
Dat is zo, en dat doe ik ook. Alleen, ik heb steun nodig, en die vind ik nu bij mijn gezin.

En bij je geloof.
Ik ben gelovig, dat is juist. Ik weet wel zeker dat er na ons leven nog iets is. Dat geeft een rustgevoel. Maar eerst wil ik hier nog lang en gelukkig genieten van mijn naasten, en van mijn muziek.

En van de op karkas gebakken ‘Fine Champagne’ die net wordt opgediend. Na de Liefde voor Muziek de liefde voor de maag. ‘Ik wist niet dat een fazant zo lekker kon zijn’, zegt Isabelle. Het is een beest, Isabelle, een beest. Dus het kan lekker zijn…

De fotograaf krijgt het slotakkoord. Isabelle blijft een dankbaar fotomodel. Het mooie bedeesde meisje dat toch het restaurant vult met haar persoonlijkheid. Wij van onze kant vullen het laatste gaatje met een appel in 2 bereidingen met vanille-ijs en amandel -granité . ‘Hemels’ heeft Isabelle ooit gezongen. Beter zou ik het niet kunnen verwoorden. ‘Je mag altijd op me rekenen’, hoor ik haar na een paar glazen wijn zingen. Wishful thinking … ?