Alain Remue: “Mijn team is het allerbelangrijkste”

Deze keer geen humoristische inleiding. Dat laat het onderwerp van het gesprek en het respect voor de betrokkenen immers niet toe. De zaak Dutroux zindert na dertig jaar nog altijd na en zal steeds een van de zwartste bladzijden uit de Belgische geschiedenis blijven. Kinderen werden opgesloten, verkracht en vermoord. Het land stond terecht in rep en roer. Op 20 oktober 1996 stapten liefst 300 000 betogers mee in De Witte Mars te Brussel als protest tegen zoveel onrecht. Politie en politiek werden geviseerd. Niemand begreep hoe zoiets had kunnen gebeuren. De massa was stil, ingetogen en toch boos. Er diende gehandeld te worden. Achter de schermen werd druk gewerkt aan oplossingen door politionele en politieke instellingen. Bij ons aan tafel zit Merelbekenaar Alain Remue (63) die daarbij een zeer voorname rol zou spelen.

Na enkele super lekkere proevers en het gebruikelijke sprankelend glaasje champagne konden we aan het interview beginnen.

Ingenieur worden

Wou klein Alaintje ook al bij de politie?
Neen, in geen duizend jaar. Ik had totaal iets anders in mijn hoofd. Papa werkte bij Bruggen en Wegen, en ik wou eveneens tunnels en bruggen kunnen bouwen. Mijn ambitie was om ingenieur te worden, maar mijn wiskunde liet veel te wensen over. En dan lukt dat natuurlijk niet. Ik was bij de Merelbeekse scouts en in de groep van de verkenners, de Graalridders zaten een militair en twee rijkswachters. Hun verhalen interesseerden me, en toen ik in zo’n geel krantje van Touring Wegenhulp een aanvraag voor een informatiebrochure van de rijkswacht zag, heb ik niet geaarzeld. Dit sprak me meteen aan. Na mijn middelbaar aan het Paus Johannes College te Merelbeke begon ik in september 1978 aan het eerste jaar basisopleiding bij de rijkswacht. Ik werd ondergebracht in het eskadron onderricht te Sint-Denijs-Westrem. Voor mijn verdere opleiding vertrok ik naar Brussel en toen ik opperwachtmeester werd, begon mijn operationele carrière. Ik ben een hele tijd als instructeur in de rijkswachtschool gebleven. Ik gaf les in verband met ordehandhaving bij betogingen, uitvoeren van arrestaties, kaartlezen, als schietmonitor e.d. Nadien ging ik naar de BOB Gent, de bewakings- en opsporingsbrigade waar ik opereerde voor de drugssectie. We kamden megadancings zoals Balmoral en Boca­ccio uit op zoek naar drugs. Ik deed de job heel graag en dacht dat dit voor de rest van mijn carrière was.

Zelf een dansje placeren was er niet bij?
(Lacht) Niet echt. We hebben daar goed werk geleverd en het gebruik van drugs serieus kunnen indijken. Maar al snel ben ik bevorderd en terug in Brussel terechtgekomen als hoofd-onderrichter in gerechtelijke vorming, maar lessenroosters maken zag ik helemaal niet zitten. Ik wou meer het echte politiewerk. Daarom ben ik in 1993 begonnen aan een universitaire opleiding en 1995 slaagde ik als luitenant bij de rijkswacht. Dit was bepalend voor de rest van mijn loopbaan.

En toen startte de Cel Vermiste Personen?
Wel, ik kreeg op een bepaald moment een telefoontje van majoor De Craene. Hij was op zoek naar een adjunct-officier voor de afdeling criminaliteit tegen personen en zedenfeiten Eindelijk gerechtelijk werk en dat boeide mij enorm. We spreken over half augustus 1995. Ik werd het nieuwe diensthoofd van de afdeling zeden in Brussel. Ik heb dit werk 2,5 dagen gedaan …  Op dag 3 gebeurde iets speciaals. Toenmalig Minister van Justitie Stefaan De Clercq schreef een brief naar de commandant over de problematiek van de vermiste kinderen. De brief kwam terecht bij mijn baas majoor De Craene. Hij vroeg me of die toestand van de vermiste kinderen niets voor mij zou zijn. Ik kreeg 4 medewerkers en diende een actieplan op te stellen. Er zat heel wat druk op de ketel want 2 maal 2 verdwijningen van jongeren was niet niets. In juli 1995 Julie en Melissa en in augustus 1995 An en Eefje. Op 4 september kreeg ons kleine team een ‘GO’ van de mini­ster. Die dag ontstond dus officieel de Cel Vermiste Personen. We zijn ondertussen meer dan 28 jaar verder en ik ben er nog steeds.

Opstart cel vermiste personen

En dan moest je alles nog uitbouwen?
Ja, 1996 was een bepalend jaar. Onze dienst werd uitgebreid maar alles moest nog gerealiseerd worden. Ik kende veel over drugs maar over vermiste personen opsporen, diende ik nog veel kennis op te doen. Begin van dat jaar reisde ik voor 4 maanden naar Virginia om er bij de FBI een brevet te behalen. Eenmaal terug in België kreeg de Cel al een eerste opdoffer te verwerken. Liam Vanden Branden (2 jaar) verdween aan de sluis van het Zennegat in Mechelen. De kans is groot dat Liam in het sas gevallen is maar tot vandaag hebben we hem nooit gevonden. Dit is een van de grootste ontgoochelingen bij de Cel Vermiste Personen. Ook in mei 1996 verdween Sabine Dardenne in Doornik, dochter van een collega rijkswachter. Ik voelde dat er iets niet klopte. Verschillende verdwijningen, want in Bertrix was er plots ook geen spoor meer van Laetitia Delhez.

Als ik het goed heb, kwam kort daarna Dutroux in beeld?
Juist, bij een buurtonderzoek hebben we geluk gehad. Er bleek immers een getuigenis bij die concrete elementen aangaf, en zo zijn we bij Dutroux beland. De zaak is dan ontploft. Intussen zijn we 28 jaar later en hebben we 32.000 dossiers van onrustwekkende verdwijningen behandeld.

Even werd het stil want de quasi nog levende skrei met spinazie, andijvie en mosterd beroerden onze smaakpapillen.

Elke dag anders

Mag ik je één van de belangrijkste Belgen noemen? Een kind, een persoon, een geliefde terugvinden is toch onbeschrijfelijk.
Alles wat we doen is teamwork. Teamwork is het allerbelangrijkste. Elke zaak is anders. Soms is gezond boerenverstand nodig. Mensen associëren ons vaak met criminele verdwijningen maar amper 1% van onze dossiers hebben een crimineel karakter. De Cel is veel meer bezig met opsporen van risicopersonen met dementie, zelfdoding, stomme accidenten, weglopers, noem maar op. Soms hebben we de grote middelen nodig. Onlangs hebben we in Avelgem een auto uit het water gehaald van iemand die al een week vermist was. Dan komt er een sonar­team aan te pas, zijn er duikers nodig, moet de lokale politie en het labo ingeschakeld worden, de takeldienst en de wetsdokter. Om maar te zeggen dat de Cel Vermiste Personen zoveel meer is dan Alain Remue. Ik heb enkel het voorrecht gehad om dat teamwork te doen draaien.

Toch niet niets als je het ons vraagt. Ik vernam dat jullie team al uit 17 medewerkers bestaat.
Eerlijk gezegd ik ben op de trein gestapt, onzeker, maar nu ik achteruit kijk is het daadwerkelijk een bewogen rit geweest. Het is echter de mooiste job van mijn leven. Naast mijn vast team steeds werken met andere mensen en elke dag is anders. We weten waar en wanneer we beginnen maar nooit waar en wanneer we stoppen. Dat is juist mijn ding. In de natuur maar niet op het bureau.

Het moet niet altijd makkelijk zijn om slecht nieuws te brengen.
Slecht nieuws brengen, is beter dan geen nieuws brengen. Dit is de rol van de Cel Vermiste Personen. We moeten de mensen antwoorden kunnen geven.

Psychopaat Dutroux

88% van de vermiste mensen wordt teruggevonden. Een absoluut hoog cijfer toch?
Nog een kleine nuance: het oplossingspercentage is 94%. Daarvan wordt 88% levend teruggevonden en is 12% overleden, waarvan een groot aantal door zelfdoding. Waar ik me zorgen over maak is dat de leeftijd bij zelfdoding steeds verlaagt. Meer en meer jonge mensen kiezen ervoor. Dat is niet zo fijn. Een jongetje van 10 jaar is de jongste zelfdoding dat ik heb meegemaakt. Gelukkig lopen de meeste zaken goed af. Natuurlijk komen in de media vooral de cases met een nefaste afloop.

Had je rechtstreeks contact met Dutroux?
Ja, maar gelukkig niet zo vaak. Ik herinner me een nacht in Jumet. Dutroux werd ter plaatse gebracht bij een opgraving in slechte weersomstandigheden. Eén van zijn pantoffels bleef steken in de modder en daardoor was zijn kous vuil en nat. Hij maakte daar een drama over. Hij die kinderen had vermoord … ! Hij is een psychopaat. Hij bekende enkel de zaken waarop wij waren uitgekomen, niets meer. Hij voelt zich de man met ultieme macht die beslist over leven en dood. En ik zeg het of ik zeg het niet.

Per jaar verdwijnen 30.000 kinderen in Europa.
Dit moet je ruim zien. Ten eerste is Europa groot en ten tweede zijn er zeer veel jongeren die weglopen, dan terugkeren en weer weglopen. Het is soms dweilen met de kraan open.

Wanneer spreken jullie over een onrustwekkende verdwijning?
We hanteren hierbij 6 criteria. Een leeftijd van minder dan 13 jaar is altijd onrustwekkend. Afhankelijk zijn van medicatie of van een medische behandeling eveneens. Een persoon met een beperking. Situaties op basis van elementen van het onderzoek dat er iets levensbedreigend aan de hand is bv. een afscheidsbrief. Elementen die erop wijzen dat een persoon zich in een levensbedreigende situatie bevindt bv. risicopersoon met Alzheimer. Ten slotte het belangrijkste criterium is wanneer een persoon iets doet wat in tegenstelling staat met zijn of haar normaal gedrag. Dit wijst vaak op een criminele verdwijning. Bijvoorbeeld Julie Van Espen die ‘s avonds vanuit Antwerpen niet thuis kwam met de fiets. Zij mocht daar zijn, maar de dader niet.

Je hebt vlees en vlees maar de wit-blauw die we kregen voorgeschoteld, was nog malser dan mals. Echt fantastisch lekker.

Graven zonder namen

Er is ook iets zoals ‘Operatie Kerkhof’.
Klopt, we zijn erop uitgekomen dat er in België veel mensen liggen begraven met een nummer en niet met een naam. Wij willen die nummers graag een naam geven. Weliswaar binnen de procedures zoals ze voorzien zijn en met alle nodige toestemmingen willen we die mensen opgraven. Dan stellen we van de lichamen een DNA-profiel op. We brengen die gegevens in de DNA-databank waardoor we hopen op termijn alsnog verdwijningen op te lossen. Na alle procedures, toestemmingen en testen kunnen we de info delen met buurlanden, toegestaan volgens een Europees verdrag.

Heeft dit al iets opgeleverd?
We deden 25 opgravingen van graven met een nummer waarvan 3 met resultaat.

Vrij luguber toch? In onze job sta je vaak aan de zwarte kant van de maatschappij. De dood maakt helaas deel uit van ons werk. Ik heb mateloos respect voor zorgverleners op een kinderkankerafdeling of in de zorgcentra. Mensen opleiden om met de dood om te gaan is onbeschrijfelijk moeilijk. In feite kan je geen personen opleiden om een dood kind uit een gracht te halen …

De Cel Vermiste personen kan ook rekenen op hulp van vrijwilligers.
Ja. We waren bijvoorbeeld betrokken bij de verdwijning van Jurgen Coninckx. De dag dat de jacht op hem is gestart, was die persoon eigenlijk reeds overleden. Hij had zich al van het leven benomen. Honderden politiemensen en militairen waren die dag bij de actie betrokken. Vrijwilligers voelden zich aangesproken om te helpen zoeken. Achteraf bekeken was het allemaal niet nodig geweest. Af en toe heb je van die momenten.

Ook de overstroming 2 jaar geleden in de Ardennen moet een mega-operatie geweest zijn?
Er waren aanvankelijk 650 mensen vermist. Dan was het wel alle hens aan dek. Gelukkig konden we veel mensen vinden en redden, maar uiteindelijk zijn we geëindigd met 41 dodelijke slachtoffers. Bij dergelijke grote acties kunnen we rekenen op vaste partners.

Zijn er voldoende middelen voor handen?
Ja, de laatste jaren kennen we een enorme evolutie in technologie. Gsm-gegevens, sonar en niet te vergeten de sociale media helpen ons vaak een stuk vooruit.

Je bent benoemd als Commandeur in de Orde van het Belgisch Kruis. Niet zomaar een onderscheiding.
Vind ik fijn en ik waardeer de appreciatie die je krijgt. Ik zie dit echter vooral als een appreciatie voor de hele ploeg. De mooiste waardering die ik ooit heb gekregen was de ‘Vergeet me niet-award’. Dit heb ik ontvangen van de organisatie van de Ouders van Vermiste Kinderen. Dat is nog iets anders. Dan weet je waarom je dit werk doet. Dat is de grootste motivator.

Iedereen waardeert je Alain. Jij hebt ook al veel meegemaakt.
Kan je wel zeggen. Bijvoorbeeld als adviseur voor vermiste kinderen met koningin Paola naar Elysée geweest. Een uniek moment. We hebben een boek gemaakt, een film en een serie over de Cel Vermiste Personen. Allemaal fantastische belevenissen. Mijn job heeft me in een situatie gebracht en kansen gegeven die ik anders nooit had gekregen. Ik besef wel dat dit komt door waarover dit echt gaat: vermiste mensen en vermiste kinderen.

Pensioen

Je wordt 64. Al eens nagedacht over hoelang nog?
Ja inderdaad, in september 2025 stopt het. De Cel bestaat dan 30 jaar … mooi moment om af te ronden. Ik kijk er niet naar uit . Ik doe mijn job nog elke dag met veel ambitie. Ik heb een fantastische ploeg en ik zal ze de komende maanden nog ten volle steunen. Een ding weet ik wel, de dag dat ik de deur achter me dichttrek, de dag dat ik stop, zien ze me nooit meer terug op het bureau.

Intussen kon een Dame Blanche er ook nog bij. Van verwenning gesproken.

Ze gaan denken dat je vermist bent Alain.
(Lacht). Ik vermoed van niet. Trouwens op een reünie zal ik er als eerste zijn maar naar het bureau ga ik nooit meer terug. De dag dat ik mijn bureel verlaat, wil ik daar heel alleen zijn. Ik moet niemand rond me hebben. Ik zal mijn boeltje pakken, nog eens achter mij kijken en ik zal me waarschijnlijk een oog ‘uitbleiten’. Ik ga de deur dichtdoen, de deur vastmaken, mijn sleutel daar leggen en ze gaan me daar nooit meer zien.

De koers blijf je toch volgen op de motard?
Zeker en vast. Dat is een fantastische hobby en belevenis. Vanop de moto het bordje met de voorsprong van de leiders aanwijzen, is gewoon een geweldige ervaring die ik niet wil missen. Dus dat het seizoen maar snel van start gaat ! Vergeet niet te zwaaien Alain. We zullen er ook zijn !

Met dank aan www.parksken.be