Minister Diependaele: ‘Vlaanderen heeft zoveel moois te bieden. En zeker Zottegem!’

Mijn goede vriend Theo gaf 7 jaar les in het lager onderwijs. Elk schooljaar gaf hij zijn leerlingen de opdracht om een opstel te schrijven met als titel ‘Wat wil je later worden?’ Ik weet nog dat we nadien samen de literaire pareltjes doornamen. Theo had vooral brandweermannen, politieagenten en filmsterren in spe in zijn klas, maar ik herinnerde me één jongentje met politieke ambities. Hij wou minister worden. Een kinderhand is meestal gauw gevuld, maar niet dat van de 10-jarige Marc V.C. uit de Stationsstraat. Koning leek hem net iets te hoog gegrepen. Minister daarentegen zag hij volledig zitten. Nu we een minister moeten interviewen, vroeg ik Theo om het meesterwerk nog eens op te diepen. Spelling en taal pasten we aan. Ook sommige namen. Het gedachtengoed van klein Marcske bieden we u echter onverbloemd aan.    

‘Als ik groot ben, wil ik geen koning maar minister worden. Dan kan ik zeer veel bier drinken zoals nonkel Dees. Hij heeft een hele dikke buik. Hij zegt dat het komt omdat hij niet kan kakken, maar ik geloof hem niet. Tante Mie zegt dat hij leeft als een minister. Niets doen, en zich alle dagen vol gieten. En ik zou ook champagne drinken. Als tante Mie dat doet, lacht ze altijd. Eén keer op mijn eerste communiefeest heeft ze zelfs haar kleren uitgedaan. Dat heb ik maar half gezien want ik vloog onder tafel van mijn papa. Ik zag wel dat ze zich niet goed waste want ze had haar vanonder. Ik zou ook veel geld verdienen als minister. Dan koop ik een dure auto om met mijn lief rond te rijden. En als ik het beu ben, neem ik een andere auto. En een ander lief. Ik ben toch minister. Ik zou een beetje van mijn geld aan mama geven. Ze zaagt er altijd over tegen papa. Maar die zegt dat ze minder schoenen moet kopen. En zo van die dingen om haar borsten in te steken. Nonkel Micheline heeft dat ook aan. Vroeger zei mama Michel tegen hem, maar toen had hij nog een snor.

Als ik minister ben, wil ik ook veel op televisie komen. Dan zullen mijn vrienden Jan en Ben jaloers zijn, en ook op televisie willen komen. Maar Jan praat niet zo goed, en Ben heeft een rare kop. Dus dat wordt moeilijk. Als minister zou ik ook veel meer mogen dan nu. Zoals liegen bijvoorbeeld. Nu mag dat niet van mijn mama. Maar ze liegt zelf. Ze zegt dat papa op zijn buik kan liggen met zijn knieën omhoog. Ik had iets raars gezien in de slaapkamer, maar ik geloof haar niet.

Mama heeft nu ook een dikke buik. Ze krijgt een kindje. Papa zegt dat het van dat kieken van hier rechtover moet zijn, maar ik geloof hem ook niet. Kindjes komen niet uit eieren. Dat zegt onze meester, en hij liegt nooit. Lekker eten, wil ik ook doen als ik minister ben. Frieten met veel ballekes in de tomatensaus. Dat eet ik ook bij tante Mie. Ze kan dat goed klaarmaken. Misschien kan nonkel Dees daar niet van kakken. Als ik minister zal zijn, schaf ik ook de school af. Niet altijd. Een beetje als het goed weer is. Ik ga nu maar stoppen want ik moet nog wat leren. Veel dingen die ik later als minister niet nodig zal hebben. Andere mensen doen dat dan voor mij. Ik zou meester Theo ook minister maken. Want hij is slim, en streng. Zo een minister moet er toch ook zijn.’

Champagne drinken?

Bij ons aan tafel een echte minister. Matthias Diependaele is in de Vlaamse regering bevoegd voor Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed. Een hele boterham als u het ons vraagt, maar hij zit er bijzonder ontspannen bij. Kan ook moeilijk anders in het oergezellige restaurant ‘t Parksken waar we meteen worden begroet met een fris glaasje champagne. ‘Sorry, ik ga het bij een colaatje houden’, verrast de minister ons. Nochtans is hij vergezeld van een kabinetsmedewerker Simon Vandecasteele. Maar de minister is BOB. ‘Je weet meteen dat ik me niet uitverkoren voel, en niet alles aan anderen overlaat. En zeg trouwens maar Matthias. Zo kennen ze me best in Zottegem.’

Lang duurt het dus niet voor de naam van ‘zijn stad’ valt…

…‘Getogen in Zottegem, maar niet geboren.’

Lap, daar gaat mijn grootste geheim al (lacht). Ik ben inderdaad in 1979 geboren in Sint-Niklaas. Dat heeft enkel te maken met de verloskundige die me ter wereld bracht. Een kennis van de familie die in Sint-Niklaas werkte. Geloof me, ik ben een Zottegemnaar in hart en nieren.

En je bent er in feite burgemeester.

Ja, sinds 1 januari 2022. Gezien mijn functie als minister kan ik echter mijn ambt niet opnemen.

U zegt het blijkbaar met enige pijn aan het hart?

M.: Dat klopt. Is dat zo duidelijk? (lacht) Ik was inderdaad graag burgemeester geworden, maar het zou van weinig oprechtheid getuigen, mocht ik beweren niet graag minister te zijn. Soms moet je kiezen. Je hebt politici die van alle walletjes willen eten, maar zo zit ik niet in elkaar. Ik heb mijn sjerp doorgegeven aan partijgenoot Evelien De Both, en ik weet zeker dat ze het zeer goed zal doen. Dat is dus al een geruststelling. Zottegem is te speciaal om het niet optimaal te beheren. Met Evelien is de stad alvast in goede handen. Ik heb trouwens als schepen al mijn steentje kunnen bijdragen.

Maar wat maakt Zottegem nu zo speciaal? We zaten hier eerder met Jean Blaute, en hij was ook zo lyrisch over zijn Zottegem.

Misschien moet je er eerst wonen om het echt te beseffen. Ik zou je lezers alvast de raad geven om eens van Zottegem te komen proeven. Bijna letterlijk en zeker figuurlijk. Ons stadscentrum met oa het Egmontkasteel is echt uniek. Op enkele stappen heb je het fantastische Park van Breivelde, de bergjes van de Ronde van Vlaanderen, de winkelstraten, en vooral de mensen. Zottegemnaren houden van goed leven. Oud Zottegems bier, al gedronken? Van brouwerij Crombé vroeger. En al die uitstekende restaurants. Kijk, we zitten hier in ‘t Parksken op een paar km van Zottegem. Culinair een hoogvlieger toch? Deze streek heeft werkelijk alles. Ik ben er heilig van overtuigd dat het gebied van de Vlaamse Ardennen tot het mooiste erfgoed van Europa behoort. Met Zottegem als hoofdstad natuurlijk (lacht).

Culinair een hoogvlieger? Dat kunnen we enkel beamen. Na de voorproevertjes van chef Joris, krijgen we een crème van ganzenlever met witloof, snijbiet en graanmosterd geserveerd. Het gesprek valt stil, en onze monden vallen open. Mooi, lekker, speciaal. De eerste woorden die me te binnen schieten. Nu nog even doorspoelen met een zacht rood wijntje, en we zijn er weer helemaal klaar voor.

Veel op televisie?

U bent graag minister, wou graag burgemeester zijn, en u was 6 jaar graag fractieleider van NVA in het Vlaams Parlement. Is er iets dat je niet graag doet in de politiek?

Het is me met de paplepel ingegeven. Mijn grootvader was senator voor de Volksunie, mijn vader zetelde in de provincieraad voor NVA, en als puber was ik reeds actief binnen de Vlaamse beweging. Al vroeg zette ik de stap naar de NVA. Ik werkte als politiek medewerker voor NVA-Europarlementslid Frieda Brepoels. Mijn diploma als master in de rechten met specialisatie internationaal en Europees recht opende ook deuren, en in 2009 werd ik verkozen als jongste parlementair van de NVA-fractie. In 2013 werd ik dan fractieleider van de NVA. Dat vond ik fantastisch. Om op je vraag te antwoorden: neen, er is niets dat ik niet graag doe in de politiek. Ik hou ervan om te debatteren, om tussen en met de mensen te praten over de zaken die ons bezighouden.

Zoals over de 170.000 gezinnen die wachten op een betaalbare woning. U zat een aantal weken terug in het oog van de storm. Je kwam vrijwel elke dag op televisie.

Media-storm bedoel je. Je zei daarnet ‘betaalbare woning’. Dat klopt dus helemaal. Vandaar mijn voorstel om de private sector te ondersteunen. Veel mensen vallen nu net uit de boot voor een sociale woning, maar kunnen een huurwoning niet betalen wegens de oplopende prijzen in de private sector. We moeten die huurprijzen afremmen zodat meer mensen een betaalbare huurwoning vinden.

De regeringspartner CD&V schoot het voorstel af, Noël Slangen vond het in zijn HLN-column absurd. Krijg je zelfs dan nog niet even genoeg van de politiek?

Maar nee! Dat is net het interessante aan politiek. Je kan iets losmaken. Er zou nog veel meer debat moeten zijn. Hoe meer meningen, hoe meer kans dat de politiek de mensen helpt. Misschien ben ik een idealist, maar ik ben geen politicus om naar de pijpen van de anderen te dansen. Ik wil dat de politieke confrontatie tot goede maatregelen voor de mensen leidt. Door niets te doen, zal het niet lukken. En uiteraard zullen we ook met man en macht werken om zoveel mogelijk sociale woningen te bouwen. We voorzien 3,5 miljard euro de komende jaren Maar we moeten ook openstaan voor de samenwerking met de private sector, en niet alleen met de sociale huisvestingmaatschappijen. Te veel mensen vinden nu geen huis omdat ze net niet voldoen aan de eisen voor een sociale woning. Nu komen daar nog de hoge energieprijzen bovenop. Dat mijn voorstel voor enige controverse heeft gezorgd, kan ik enkel toejuichen. Daarom krijg ik ook nooit genoeg van de politiek.

Intussen krijgen we ook nooit genoeg van onze menu. Noorse kabeljauw met paddenstoel, amandel en beukenzwam. Kalf uit de Limousin met wintergroenten, en een hemels rijstpapje met vanille-ijs en confituur van melk. Een minister is wel wat gewoon, denken we, maar Matthias Diependaele raakt er niet over uitgepraat. En voor een politicus wil dat wat zeggen…

Verdient een minister veel?

Wij worden niet zo vaak geïnterviewd op restaurant. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is minister zijn vooral “hard werken”. Gelukkig kan ik rekenen op een uitstekend kabinet die me met raad en daad bijstaat. Echt, dit ontspannend avondje is welgekomen.

Vaak vinden mensen vinden ook dat een minister te veel verdient.

Dat kan ik begrijpen. Neem daar bepaalde privileges bij, en het etiket profitariaat is niet ver weg. Ik kan je verzekeren dat geld en die zogezegde voorkeursbehandeling niet mijn drijfveren zijn om aan politiek te doen. Uiteraard wil ik zoals ieder ouder het beste voor mijn kinderen, en moet ik ook mijn facturen betalen. Indien het kan helpen, zou ik echter graag een deel van mijn wedde afstaan. Maar daar zit niet het grote probleem. Het zet eveneens kwaad bloed bij de mensen dat er zoveel ministers en staatssecretarissen zijn. Dat aantal moet drastisch gereduceerd worden. Daar pleit NVA, met voorzitter De Wever op kop, al lang voor. Confederalisme met meer bevoegdheden voor Vlaanderen is ons doel. Covid heeft eveneens voor misnoegdheid bij de bevolking gezorgd. Ik vind dat de Vlaamse regering het goed heeft aangepakt, maar met zoveel ministers uit andere deelstaten rond de tafel zitten om tot een overeenkomst te komen, is niet makkelijk. Minister Ben Weyts deed er bijvoorbeeld alles aan om de Vlaamse scholen open te houden. Federaal zag men het soms anders. Niet makkelijk, geloof me. Laat ons hopen dat de soms terechte misnoegdheid de mensen niet naar extreemrechts heeft gedreven. Aan ons politici om de bevolking te bewijzen dat dit niet de oplossing is.

Ga je vaak bij je collega-ministers op de koffie. Of is het elk op haar of zijn eilandje?

Ik had daarnet nog een vergadering met Vlaams minister-president Jan Jambon. Een zachte, aimabele man met gevoel voor humor. Mensen krijgen soms een vertekend beeld via de media of via andere kanalen. Ik ken veel collega’s waarmee ik graag op de koffie zou gaan. En om specifiek op je vraag te antwoorden: overleg is noodzakelijk, maar daarom hoef je andermans deur niet plat te lopen. Mijn kabinetsleden zorgen er ook voor dat alle nodige informatie ons bereikt. Het geld van de belastingbetaler moet goed worden besteed. Voor je nu begint over de Vlaamse financiën en de begroting. Dat zit snor in Vlaanderen…

Dat willen we graag geloven minister Matthias. Federaal is het blijkbaar een ander paar mouwen. Maar financiën en begroting zijn niet meteen de onderwerpen om deze gezellige avond af te sluiten. Kent u iets van voetbal? Of koers? Ik ontmoette u weleens tijdens een sportwedstrijd.

Of daarna op de receptie (lacht). Ik ben geen echte sportfanaat, maar ik heb een enorme bewondering voor de mensen die zich dagdagelijks inzetten voor de sport in Vlaanderen. Vrijwilligerswerk blijft zo belangrijk. En solidariteit. Kijk naar de zorg tijdens de pandemie. De vaccinatie, de vele helpende handen. Vlaanderen heeft zoveel moois te bieden.

En zeker Zottegem!

De minister houdt het de rest van de avond bij frisdrank. Hij beseft niet wat hij mist. De wijn is zo lekker dat we op geen glas kijken. Ligt dat aan ons of hebben we misschien de joie de vivre van Zottegem al te pakken. ‘In Zottegem wonen zoveel fijne mensen’, herhaalt Matthias Diependaele nog een keer of vijf. We tonen hem een foto van Urbain Braems. De ex-coach van Anderlecht schreef ook lang voor Shopping Magazine. Een beter beeld om te bewijzen dat Zottegem inderdaad fijne mensen heeft gekend, en nog kent, is er niet…