Getest en goedgekeurd

De beste manier om een (nieuwe) auto te leren kennen is een testrit. Geen ritje rond de kerktoren, maar een testrit die bij voorkeur een hele week duurt, en waarbij je tot 1.000 km aflegt met de nieuwkomer. De afgelopen maanden heb ik op die manier enkele uiteenlopende nieuwe auto’s kunnen uitproberen.

BEZOEK en ONTDEK onze partners!

BMW Z4

Mijn schoonbroer is een BMW-fan, en hij is zeker niet de enige in ons landje. Toen hij een paar jaar geleden zijn oude BMW Z3 inruilde voor een nieuwe Z4 was hij zo enthousiast over die auto dat hij prompt een clubje van trotse en blije rijders met Z3’s en Z4-en stichtte, dat hij zeer toepasselijk ‘de Z-tjes’ noemde. Toen ik een tijdje geleden de gloednieuwe Z4 testte wist ik meteen wie ik een plezier kon doen met een ritje als passagier in die Duitse roadster. Precies: de Z’tjes ! Mijn schoonbroer had de leden van het clubje opgetrommeld voor een ‘meet and greet’ met de nieuwe Z4, en ik voelde mij geroepen om boven op een tafeltje in zijn tuin te gaan staan, om alle aanwezige clubleden met luide stem te informeren over hun ongetwijfeld volgende auto. Even voelde ik me als een predikant in een zuidelijke Amerikaanse staat, die vol passie predikt voor zijn gelovigen. Na mijn ‘preek’ stormden de Z’tjes naar de iets verderop geparkeerde Z4-testwagen, en ze keurden hem van binnen en buiten, en van onder tot boven.

Toen kwamen de vragen: welke motor zit er in? Een 2 liter benzine met 2 turbo’s die 258 pk produceert. Hoe snel rijdt hij? 250 km/u, elektronisch begrensd, en hij trekt in 5,4 seconden op van 0 naar 100. Hoeveel verbruikt hij? Volgens BMW 6,1 liter gemiddeld, tijdens mijn testritten 8,8 liter. En de prijs? 50.000 euro zonder opties voor deze versie, de sDrive 30i, maar op de testwagen zit voor 20.000 euro aan opties; de ‘ziekte’ van de (Duitse) premiummerken.

En dan ‘le moment suprême’ voor de BMW-fans: een ritje met de nieuwe Z4. Blijkbaar had ik mij laten meeslepen door mijn eigen enthousiasme, want toen ik op een verlaten landweg tussen de verkeersremmers laveerde als een volleerde racepiloot merkte ik plots een blauw zwaailicht in de achteruitkijkspiegels van de BMW Z4. Dat zwaailicht stond dan weliswaar op een BMW-moto, maar ik was er toch niet gerust in. Mijn passagier, het eerste Z’tjes-clublid schoof wat  ongemakkelijk heen en weer op zijn zetel, en vroeg me wat ik aan de politieman op de motorfiets ging vertellen. De waarheid: dat ik de auto testte, dat ik met de leden van de Z-club een ritje maakte, en dat ik iets té enthousiast was geweest. De agent zei dat ik mijn enthousiasme toch best wat temperde, en mijn rijstijl maar beter kon aanpassen. Oef!

Aan ongeveer de helft van het tempo reed ik verder met het eerste clublid, en daarna met de andere leden. En de Z4 zélf? Een fantastische ‘old school’-roadster met een ellenlange snoet, heerlijk slank gelijnd, motor voorin en achterwielaandrijving, stoffen vouwdak, en de zitjes vér naar achter geplaatst. De 2-liter viercilinder met bi-turbo heeft met zijn 258 pk méér dan voldoende power, terwijl het rijden onder alle omstandigheden toch aangenaam comfortabel blijft. Alleen ben ik geen fan van het nieuwe dashboard, met een toerenteller die tegen de wijzers van de klok in draait.

Minder kan ook bij de Z4, want de ‘instapversie’ met dezelfde motor met een vermogen van ‘slechts’ 197 pk, is een dikke 7.000 euro minder duur. Wil je het onderste uit de kan, dan ga je voor BMW Z4 M40i met zijn 3-liter zespitter-in-lijn, 340 pk, en een prijskaartje van 62.000 euro, zonder opties.

BMW Z4

Toyota GR Supra

Exact dezelfde motor vind je terug in de nieuwe spectaculair gelijnde coupé van Toyota, de GR Supra. Het is 15 jaar geleden dat Toyota de laatste Supra bouwde. Het Japanse merk focust zich tegenwoordig op hybride auto’s, maar nadat er een samenwerkingsakkoord werd afgesloten met BMW zette grote baas Akio Toyoda het licht toch nog eens op groen voor een nieuwe sportkar. Die samenwerking tussen BMW en Toyota is niet zo nieuw als je misschien denkt: de Mini diesel werd een tijdlang aangedreven door de dieselmotor uit de Yaris, terwijl de Avensis dan weer een dieselkrachtbron van BMW kreeg. De samenwerking voor de nieuwe GR Supra gaat wel veel verder: de BMW Z4 en de Toyota Supra gebruiken om de kosten te drukken dezelfde basis en delen een boel componenten. Dat merk je vooral in het interieur waar je meteen heel wat BMW-onderdelen herkent.

Het koetswerk van de GR Supra is compleet anders dan bij de BMW Z4. Het is om te beginnen een gesloten coupé, terwijl de nieuwe Z4 enkel als open roadster wordt aangeboden. De nieuwe GR Supra lijkt zo weggereden uit een game of uit een Japanse mangastrip. Hij oogt opvallend, en zeker in de felgele kleur van mijn testwagen. Ik reed ermee naar een oldtimertreffen, en parkeerde de Supra een eindje verderop. Resultaat: niemand keek nog om naar de oldtimers, en iedereen begon foto’s te maken van de gele Toyota. Heel knap is de ‘double bubble’ op het dak, met dank aan het Italiaanse Zagato, dat dit jaar overigens zijn 100e verjaardag viert. Minstens even straf zijn het front én de achterkant van de nieuwe Supra, met het typische racewagen-remlicht in het midden van de diffusor. Heel speciaal dus dat koetswerk, maar jammer van de nep-ventilatiesleuven in deze mooie carrosserie.

Gelukkig rijdt de Supra bijna even spectaculair als hij eruit ziet. En toch anders dan de BMW Z4. Bij deze Japanner is er meer ruimte om te ‘spelen’, waarbij je de Supra in snelle bochten alshetware voelt kwispelen.

Kortom, een schitterende sportcoupé die tonnen rijplezier biedt, maar altijd comfortabel blijft. Voor dat laatste zorgt de actieve demping. De 340 pk van het BMW-zescilinder motorblok met twin-scroll turbo wordt naadloos door de prima achttrapsautomaat naar de achterwielen geleid. Het gaat dan ook vlot vooruit: met de launch control spurt de Japanse Beier in 4,3 seconden van 0 naar 100, en het stopt (net als bij de BMW Z4) pas bij 250 km/u. Het is lang geleden dat ik nog zo veel bekijks had met een testwagen, maar dat mag ook wel, want de nieuwe Toyota GR Supra is met zijn prijs van 65.500 euro geen koopje. Het grote verschil met de BMW Z4 is dat er maar 1 optie is: een Premium Pack van ongeveer 2.300 euro, al moet je ook extra betalen voor metaalkleur. Maar doe mij maar zo’n lekker gekke gele Supra.

Toyota GR Supra

Nissan Leaf E+

Ongeveer het tegenovergestelde van de Toyota GR Supra is de vernieuwde Nissan Leaf e+. Bij deze Japanner geen vervaarlijk grommende zescilinder benzinekrachtbron, maar een compleet in stilte werkende elektrische motor. Zo stil dat Nissan hem een kunstmatig geluidje laat produceren bij lage snelheden, zodat zwakke weggebruikers je tenminste min of meer horen aankomen. Tijdens mijn testritten in drukke stadcentra bleek echter al snel dat fietsers en vooral voetgangers zich soms toch een hoedje schrikken omdat ze de auto niet horen aankomen want het geluidje dat de Leaf e+ produceert wordt compleet overstemt door allerlei stadsgeluiden en door ratelende diesels. Het is dus uitkijken geblazen in de stad.

De Nissan Leaf is een pionier als het om elektrische auto’s gaat, en het is de populairste elektrische auto in Europa. De wagen is enorm geëvolueerd in de jaren dat hij bij ons te koop is; het is geen raar ogend vehikel meer, maar een volwassen en elegante berline. Een ruime auto ook.

Maar de concurrentie zit natuurlijk ook niet stil, en daarom biedt Nissan nu de Leaf e+ aan met een krachtiger elektromotor van 217 pk en een grotere batterij van 62 kWh. Daarmee kan de Leaf e+ theoretisch 385 km rijden op 1 enkele lading. In de praktijk haalde ik tijdens mijn ritten in stadsverkeer, op snelwegen, en op secundaire wegen gemiddeld 300 km rijbereik. Ietsje minder dan zijn Koreaanse concurrenten zoals de Hyundai Kona EV en Kia e-Niro.

De Leaf e+ is minder snel dan een Tesla; hij heeft 6,9 seconden nodig om vanuit stilstand naar 100 km/u te spurten, en zijn topsnelheid ligt om en bij de 157 km/u. Omdat de grotere batterij de Leaf e+ zo’n 150 kg zwaarder maakt levert het extra vermogen niet zo veel voordeel op als het om prestaties gaat, maar wél als het over de actieradius gaat. Die actieradius bepaal je voor een deel zélf door het zogenaamde ‘e-pedal’ in deze Nissan te gebruiken. Daardoor rij je, als je dat wil, alleen met het gaspedaal, en laat je het rempedaal letterlijk en figuurlijk links liggen, want als je het gas lost dan remt de auto automatisch af, en wordt de energie die daarbij vrijkomt gerecupereerd. Helaas is met het rijbereik ook de prijs fiks gestegen naar 45.000 euro.

Nissan Leaf E+

Ford Focus ST Break

Eén van de leukste auto’s waar ik recent mee reed is de nieuwe Ford Focus ST Break. Jawel, een Ford én bovendien een diesel! Vroeger reed de helft van de Belgische automobilisten met een Ford of met een Opel, maar dat is alweer een tijdje geleden, want tegenwoordig kiest men (zeker in Vlaanderen) bij voorkeur voor Duitse premiummerken zoals BMW, Audi en Mercedes. Daardoor is Ford bij ons een beetje in de verdrukking geraakt, en dat is jammer, want de autoreus bouwt al vele jaren auto’s die ronduit prima rijden. Ook deze nieuwe vierde generatie van de Focus Break, een wagen die fors is gegroeid en die nu bijna de afmetingen van de (oude) Mondeo heeft. De ST is de sportieve versie van de Focus, en maakt van deze middenklasser een levendige, zintuigen prikkelende auto, die als benzine of als diesel verkrijgbaar is. Ik reed met de diesel die een 2.0 EcoBlue krachtbron bezit van 190 pk vermogen. Pittige prestaties: optrekken naar de 100 in 7,6 seconden, en een top van 220 km. Volgens Ford blijft het gemiddelde verbruik steken op 4,8 liter/100 km, maar tijdens de proefritten kwam daar ongeveer anderhalve liter bovenop. De breakversie van een Ford heet Clipper, en in het geval van de Focus kost die 1.000 euro meer dan de berline, waarmee de prijs van Focus ST Clipper op net geen 37.000 euro uitkomt. Een fijne, wat ondergewaardeerde auto.

FORD Focus ST Break